Benodigd:

1.½ kg. stoofperen
400 gr. doorregen gerookt spek
1.½ kg. aardappelen
1 stukje pijpkaneel van 3-4 cm.
300 gr. grove boerenworst of saucijsjes
peper uit de molen
40 gr. boter of reuzel
eventueel 2-3 eetl. keukenstroop
zout en aroma

Bereiding:

Was en droog de peertjes, schil ze en verwijder de kroontjes en steeltjes. Zet de peertjes op met kaneel in zoveel water dat ze net onderstaan. Breng het water aan de kook en laat de peertjes op de getemperde warmtebron zacht doorkoken. Snijd intussen het spek in repen van 1.½ cm. dikte. Doe de repen spek bij de peren in de pan en laat ze gaar worden. Schil en pit de aardappelen, was ze en snijd ze in stukken van ongeveer gelijke grootte. Schep met een schuimspaan het spek uit de pan. Doe de aardappelen met wat zout in de
pan, breng de inhoud aan de kook en draai de warmtebron weer lager.

Was de worst of saucijsjes met warm water. Leg ze op de aardappelen als deze ongeveer 10 minuten hebben gekookt. Snijd het
spek in blokjes zo groot als kleine dobbelstenen. Controleer, nadat de worst of saucijsjes 8-10 minuten hebben meegekookt, of de peren en aardappelen gaar zijn. Neem dan de worst of saucijsjes uit de pan; giet het kookvocht uit de pan in een kommetje en stamp de aardappelen en peren fijn. Voeg zoveel van het kooknat toe dat het een smeuïg geheel wordt. Roer de blokjes spek door het gerecht en voeg naar smaak aroma, peper of zout en eventueel wat stroop toe. Verdeel de boter in kleine stukken over de stamppot en warm deze, met de worst of saucijsjes nog even op. Serveer het gerecht zo warm mogelijk.

Bij deze stamppot smaakt gehakt heel goed.

(111)